Bij vochtig weer kruipen ze massaal uit de grond, onder andere om zich te kunnen voortplanten. Bij droogte of extreme koude kruipen ze juist dieper de grond in.
Regenwormen maken hele gangenstelsel in de grond. Zo wordt voorkomen dat de grond dichtslibt. In veel tuinen zijn regenwormen dan ook welkome gasten. Regenwormen eten plantaardige resten of weke delen van dode dieren.
In het gazon is de aanwezigheid van regenwormen op te merken aan de hoopjes uitwerpselen/ aarde. In de avondschemering of bij regenachtig weer komen de wormen naar boven.
Regenwormen zijn hermafrodiet. Dit wil zeggen dat een regenworm zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen heeft. Alleen kan een regenworm zichzelf niet bevruchten. Daar is een andere regenworm voor nodig. Eitjes worden in een grote bal slijm gelegd en bevrucht.
Wanneer je wilt gaan vissen en regenwormen als aas wilt gebruiken, zijn deze op een eenvoudige wijze uit de grond te verkrijgen. Steek een schop of een vork in de grond en tik hier ritmisch tegenaan. De grond begint te trillen en de wormen kruipen naar de oppervlakte.