Loop je in de schemering door een bos, dan heb je kans een of meerdere ‘rotten’ tegen te komen.
Rotten zijn groepen wilde zwijnen. Vaak bestaat zo’n groep uit vrouwtjes en jonge zwijnen. Mannetjes leven vaak alleen en zoeken in de bronst (de paartijd) vrouwtjes op om mee te paren. Hierbij raken mannetjes soms met elkaar in gevecht, waarbij ze elkaar flink kunnen beschadigen met hun grote hoektanden.
Een vrouwtje krijgt 3 tot 9 biggen per zwangerschap. Zwijnen kunnen behoorlijk agressief zijn wanneer ze jongen hebben. Probeer een jong zwijntje dan ook niet op te pakken of te aaien wanneer je geen volwassen zwijn in de buurt ziet. Die verschuilen zich vaak in de bosjes, en houden hun jongen goed in de gaten.
Zwijnen zijn echte alleseters. Ze woelen met hun snuit de bodem om en vruchten, zaden, wortels, landbouwgewassen, maar ook bodemdieren worden graag gegeten. Doordat zwijnen de bodem omwroeten, komt er meer zuurstof in de bodem, waardoor zaden weer beter kunnen kiemen.