Aardappel poten
–Voorjaar-
In april worden pootaardappelen gepoot. Deze pootaardappelen worden bedekt met een klein laagje grond. Aardappelen worden gepoot op ruggen. Deze ruggen worden tijdens het groeiproces bijgewerkt, zodat de knollen goed met grond bedekt blijven.
Tijdens het verdere groeiproces is het noodzakelijk om te waken voor ziektes en/ of plagen. Wanneer er eenmaal een ziekte als phytophthora (aardappelziekte, schimmel) in het gewas zit, moet deze snel bestreden worden om verdere verspreiding tegen te gaan. Afhankelijk van het weer wordt door boeren om de 7-10 dagen met chemische bestrijdingsmiddelen gespoten tegen deze aardappelziekte.
Biologische boeren gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen. Bij een uitbraak van phytophthora worden de planten op die plek weggebrand. Mocht er een te groot gedeelte van het gewas besmet zijn kan de boer dus enorme delen van zijn oogst kapot zien gaan.
Rooien
-najaar-
Wat opvalt, is dat het loof van de aardappelplanten voordat de aardappels gerooid worden doodgespoten wordt. De knollen vormen dan een dikkere schil. Door deze dikkere schil worden de aardappels minder beschadigd tijdens het rooien en het verdere verwerkingsproces.
Na het rooien worden de aardappels gesorteerd. Hierbij worden zieke aardappels tussen de goede uitgezocht, en worden de aardappels afgewogen in zakken van een bepaald gewicht (5/ 10/ 15 etc kilo)