Citroenvlinder

Vlinders zijn er in vele kleuren. Sommigen vallen erg op, sommigen zijn zeer beschut. De meeste vlinders hebben beide eigenschappen in zich, zo ook de citroenvlinder.

Al vliegend is een citroenvlinder snel gezien. Zijn grote, gele vleugels vallen enorm op. Mannetjes zijn vaak wat feller, vrouwtjes wat fletser gekleurd. Is een citroenvlinder eenmaal geland, dan valt deze bijna niet op. Zittende citroenvlinders houden de vleugels gesloten en lijken zo precies een blad van een plant.

Citroenvlinders overwinteren op beschutte plaatsen. Wanneer de temperatuur in het voorjaar oploopt, wordt de vlinder langzaam actief. Op een zonnige plaats warmt deze zich op, voordat hij zijn vleugels uitslaat.

Citroenvlinders zijn al vroeg in het voorjaar te zien. Na de winterslaap leggen citroenvlinders eitjes op sporkehout en wegedoorn. De rupsen eten namelijk enkel bladeren van deze planten. Sporkehout en wegedoorn zijn de waardplanten van de citroenvlinder.

Dit bericht is geplaatst in Weetjes met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *