Als we wat verderop in het voorjaar zijn komen de frambozenkevers tevoorschijn. Deze kevers beginnen gelijk te eten. Op hun menu staan voornamelijk meeldraden van de bloesem van vruchtenbomen als appels.
Vervolgens vreten de kevers de knoppen van de frambozenplanten aan. Ook jonge blaadjes worden gulzig gegeten. Na een aantal weken vindt paring plaats en kan een vrouwtje wel 100 eitjes afzetten. Deze eitjes worden bij de bloembodem geplaatst.
De witte larven vreten van binnenuit de vruchten op. Eenmaal volgevreten laten de larven zich vallen tot de grond waar ze op zoek gaan naar een holte om zich te verpoppen. Meestal komt nog voor de winter ontstaat de kever tevoorschijn. Deze overwintert en komt komt in het voorjaar tevoorschijn uit zijn schuilplaats.