Het heidehaantje is geen kippensoort, maar een kever. Wel komt het heidehaantje vooral voor in heidegebieden.
Heidehaantjes overwinteren in de humuslaag in de grond en komen in het voorjaar weer tevoorschijn. Na een korte periode sterven ze dan, maar niet zonder eitjes gelegd te hebben. Hieruit komen larven tevoorschijn.
Deze larven voeden zich met sappen uit de bladeren van de heideplanten. Wanneer er veel larven zijn, en de omstandigheden om zich te ontwikkelen zijn gunstig, kunnen de larven behoorlijke schade toebrengen aan de heideplanten. De bladeren van de planten worden bruin en de planten sterven af.
De heideplanten zullen minder tot niet gaan bloeien en de heide heeft tijd nodig om zich te herstellen. Wanneer de heide zich hersteld heeft, zal er na verloop van tijd weer een piek in het aantal larven van het heidehaantje volgen, waardoor weer een groot aantal heideplanten aangetast zal worden.
Larven van het heidehaantje zijn te doden met gif. Nadeel is dat andere insecten ook aan deze gifstoffen zullen sterven. Verschillende dieren, zoals de korhoen voeden zich met larven van het heidehaantje.