Honden gebruiken een lichaamstaal bij de communicatie onderling, alsook in de communicatie met mensen.
De meeste woorden die mensen tegen honden spreken als zit, poot af, worden door honden nauwelijks verstaan. Deze woorden hebben dan ook geen invloed op een hond. Een hond hoort in dit geval i, oo, a.
Dit komt doordat honden alleen maar luisteren naar klanken als i, a, oo, ee, aa, o, e etc.
Er zou, wanneer honden alleen naar de gesproken taal zouden luisteren, verwarring kunnen ontstaan over wat de hond nu moet doen. Dit wordt uit de wereld geholpen doordat mensen ook lichaamstaal gebruiken.
Honden communiceren met mensen vooral door te blaffen en te grommen. Zo probeert de hond zichzelf te beschermen tegen bepaalde situaties en dreigend over te komen.
Een hond heeft verschillende blaffen voor elke situatie. Een blaf wanneer de baas thuis komt, een blaf wanneer de hond eten of drinken wil, een blaf wanneer de hond zijn behoefte moet doen, een blaf bij iemand die de hond niet mag, etc.