Luiaards lijken ontzettend lui doordat ze zich erg traag voortbewegen.
Luiaards bewegen langzaam. Dit heeft als voordeel dat er weinig energie verbruikt wordt. Een luiaard eet namelijk vooral bladeren. Daar zit maar weinig energie in.
Luiaards hangen veelal in de boom, maar komen hieruit om hun behoefte te doen. Dit doen ze gemiddeld één keer per week. Op de grond is een luiaard nog trager dan in de bomen. Hij is dan ook het meest kwetsbaar voor aanvallen van andere dieren.
Er zijn twee soorten luiaards: de tweevingerige luiaard en de drievingerige luiaard. De naam slaat op het aantal vingers wat aan de handen zit. Aan de voeten zitten bij beide soorten drie tenen.
Tijdens een regenperiode lijkt het soms of de luiaard een groene gloed over zijn vacht heeft. Deze gloed ontstaat door algen die dan in de vacht leven. De luiaard maakt dankbaar gebruik van deze vorm van camouflage.