Meneer de Uil

Uilen zijn meestal nachtdieren. Ze moeten ’s nachts jagen, wat een stuk lastiger is dan overdag omdat het donker is. Hiervoor heeft de uil een paar slimme eigenschappen wat het jagen in het donker een stuk makkelijker maakt.

Dit zijn:

–      Extra grote ogen, om het beetje licht wat er is zo goed mogelijk op te vangen. Uilen kunnen van veraf goed zien, van dichtbij niet scherp.

–     Een bijzonder goed gehoor. Uilen kunnen enorm goed horen waar hun prooi zich bevindt. Zoals wij mensen een beeld van de omgeving maken van wat we zien, doen uilen dat met wat ze horen.

–     Omdat uilen van dichtbij niet goed zien pakt een uil een prooi met allebei zijn klauwen stevig beet en pikt gelijk de ogen van zijn prooi uit. Vervolgens knijpt de uil net zolang met zijn klauwen tot hij geen hartslag meer hoort.

Uilen doen aan kannibalisme. Er worden vaak vier eieren in een nest gelegd, en wanneer er niet voldoende voedsel voor de kleine uilen is, wordt de jongste uil opgegeten.

Uilen braken braakballen uit. Deze ballen bevatten botjes, veertjes en andere delen van een prooi die niet verteerd kunnen worden.

Verder bezitten de veren van een uil dons. Hierdoor maken ze geen geluid wanneer ze vliegen. De meeste roofvogels hoor je wel slaan met de vleugels, een uil dus niet.

Dit bericht is geplaatst in Weetjes. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *