Walrussen zijn gemakkelijk te herkennen aan hun slagtanden, hun borstelsnor, hun kleine kop in verhouding tot hun grote zware lichaam. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben deze slagtanden alsook de borstelsnor. De tanden zijn een belangrijk verdedigingswapen. De snor wordt gebruikt bij het zoeken naar voedsel.
Walrussen leven vooral in de koudere wateren op aarde. Ze zoeken daar naar voedsel door met hun snorharen over de bodem te voelen. Deze zijn zo gevoelig dat ze zelfs de kleinste schelpdiertjes kunnen voelen. Als voedsel eten walrussen schelpdieren, slakken, kreeften en andere ongewervelde dieren. Soms jagen ze op een vis of andere zwemmende dieren.
Een walrus zie je eigenlijk nooit alleen. Walrussen zijn echte kuddedieren die op het land graag dicht tegen elkaar aanliggen. Zie je toch een eenzame walrus? Dan is er vaak iets met hem of haar aan de hand. Vaak is de walrus dan ziek. Maar deze kan ook ‘gewoon verdwaald’ zijn, zoals het geval leek met de walrus die in de herfst van 2021 gespot werd in Nederlandse wateren.
De naam walrus is afgeleid van het Scandinavische woord voor walvispaard: val ross. Er werd vroeger veel op walrussen gejaagd. Dit met name om het vlees, het traan en de slagtanden van de walrussen.