’s Winters is de vacht van de meeste dieren een stuk dikker dan ’s zomers. Deze verdikking van de vacht wordt ook wel een wintervacht genoemd.
FUNCTIE
Isolatie is de voornaamste functie van de vacht. Tussen de haren beweegt de lucht niet of nauwelijks. Deze laag lucht zorgt ervoor dat warmte in het lichaam blijft en kou erbuiten. Wanneer bijvoorbeeld een konijn een wintervacht heeft, is het te hopen dat deze niet in het water belandt. De natte haren vallen plat, waardoor de laag stilstaande lucht verdwijnt.
WINTERVACHT
In de winter is de omgevingstemperatuur een stuk lager dan de lichaamstemperatuur. De vacht van dieren wordt dan vaak dikker. Ook worden de haren van de dieren langer. Zo wordt de laag stilstaande lucht dikker, waardoor de dieren hun warmte minder snel verliezen.
RUI
Het verwisselen van een wintervacht naar een zomervacht, of andersom noemen we de rui. Dieren zorgen er vaak zelf voor dat zij de wintervacht weer kwijtraken, door bijvoorbeeld langs ruwe oppervlakten te schuren. Daar blijven de lange, losse haren vervolgens aan hangen.