Malletvinger

Een malletvinger (spreek uit: melletvinger) kan ontstaan tijdens ingewikkelde bewegingen, maar ook tijdens de meest simpele als het instoppen van een dekbedhoes bij de bedrand.

Aan je vingerkootjes zitten pezen vast. Een vingerkootje zit met behulp van een pees vast aan een strekspier, om je kootjes te laten strekken. Ook zit er een buigspier vast met een pees aan je vingerkootje. Pezen kunnen niet samentrekken, spieren wel.

Wanneer je een tik op een gestrekte vinger krijgt, door bijvoorbeeld een bal die je wilt vangen, kan een malletvinger ontstaan. De pees die de strekspier bevestigd aan je vingerkootje is dan afgescheurd.

Het vingerkootje blijft in een gebogen stand staan, de strekspier kan immers geen invloed meer uitoefenen. De gestrekte vinger met gebogen vingertop heeft in de verte wat weg van een hamer. Vandaar ook de naam malletvinger; mallet is het engelse woord voor hamer.

Een malletvinger kan in de meeste gevallen vanzelf weer herstellen. Hiervoor moet je wel een spalk om je vinger houden, die je vingerkootjes gestrekt houdt. zodoende kan de pees weer aangroeien. Buig je vingerkootjes niet te snel weer, de kans is groot dat je dan je aangroeiende pees losscheurt.

Dit bericht is geplaatst in Weetjes met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *