Wanneer dieren in de winter weinig tot geen voedsel kunnen vinden, is de kans dat ze sterven groot. Dieren kunnen dan wegtrekken naar gebieden waar wel voedsel is, of een winterslaap gaan houden.
RESERVEVOEDSEL
Dieren die een winterslaap houden, eten in de zomer en herfst veel voedsel. Voedingsstoffen die ze op dat moment niet nodig hebben, worden opgeslagen als reservestoffen. Deze reservestoffen, zoals vetten, worden verbruikt in de tijd dat de dieren in hun winterslaap zitten.
ENERGIEVERBRUIK
Wanneer dieren slapen, verlaagt hun hartslag en hun ademhaling over het algemeen. Dieren die een winterslaap houden kunnen hun hartslag ontzettend ver omlaag brengen, en ook hun ademhaling kunnen zij flink vertragen. Hierdoor is het energieverbruik van de dieren erg laag. Zo laag, dat ze met het opgeslagen reservevoedsel soms wel maanden kunnen slapen. Zodra het weer warmer wordt, worden de dieren weer wakker.
WAKKER WORDEN
Sommige dieren slaan precies genoeg voedsel op om hun winterslaap door te komen en wakker te worden. Dit wakker worden kost een dier veel energie, alle lichaamsfuncties moeten weer op gang worden gebracht. Maak dieren daarom nooit wakker uit hun winterslaap. Wanneer het nog winter is, en het dier vervolgens opnieuw in winterslaap gaat, kan het zijn dat het dier te weinig reservevoedsel heeft om nog eens wakker te worden!