Appel

In het voorjaar bloemen appelbomen volop. Zonder deze bloei kunnen we in de herfst geen appels plukken.

Wanneer een bloem wordt bestoven, zal de kern uit een stuifmeelkorrel de eicel in het vruchtbeginsel gaan bevruchten. Dit vruchtbeginsel ontwikkelt zich in de herfst tot een appel, met daarin zaden, de pitjes.

In de herfst worden de rijpe appels van de bomen geplukt. Dit gebeurt handmatig. Doordat de appels snel geplukt moeten worden, ze verrotten anders immers, werken er vaak veel mensen bij de fruittelers tijdens de appelpluk.

Na de pluk worden de appels gesorteerd. De zieke, rotte, beschadigde appels worden weggegooid en de goede bewaard in een koelcel. Door de temperatuur in de koelcel laag te houden, kunnen de appels langer bewaard worden voordat ze gaan verrotten.

Wanneer je een geschilde appel even laat liggen, wordt deze bruin. Er is een enzym wat bij het schillen vrijkomt, dat voor deze verkleuring zorgt. Dit enzym werkt niet bij een lage zuurgraad. Daarom helpt het om citroensap over een appel te gieten, wanneer je de kleur van de appel wilt behouden.

Dit bericht is geplaatst in Weetjes met de tags , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *