Wanneer het een beetje waait, komt een invasie parachutisten je groentetuintje binnen gevlogen.
Die ‘parachutisten’ zijn eigenlijk zaadjes die aan een pluisje hangen. De paardenbloem laat zijn zaadjes dus door de wind verspreiden! Lekker makkelijk!
Wanneer een zaadje op een goede plaats terecht komt, kan deze ontkiemen. Op die plek begint dus een nieuwe paardenbloem te groeien. De paardenbloem heeft een lange penwortel waarmee hij stevig in de grond staat. Wanneer je een paardenbloem uit de grond wilt verwijderen, dien je zijn hele wortel uit de grond te halen, anders groeit de plant gewoon weer aan. Dit maakt de paardenbloem tot een lastig te verwijderen onkruid.
De bladeren van de paardenbloem staan in een rozet. De bloem staat op een stengel. Eigenlijk is dat wat je op het eerste gezicht ziet als een bloem, een verzameling van kleine bloemetjes bij elkaar. De paardenbloem hoort daarom bij de composietenfamilie. De planten in deze familie hebben allemaal hele kleine bloemetjes bij elkaar, die op het eerste gezicht één grote bloem lijken.
Als je de bladeren of de stengel van de paardenbloem breekt, komt er een wittige vloeistof vrij, die bruinige vlekken op je kleren kan maken! Die wittige vloeistof schijnt bij veelvuldig gebruik tegen wratten te werken.
Na de bloei sterft de bloem af en ontwikkelen zich zaadjes met daaraan pluisjes. Een mooie pluizenbol is het eindreultaat. Dan waait de wind de zaadjes weg, op naar nieuwe grond…